Nieuws
Update rechtszaak tegen NS inzake ontslagvergoeding
Arbeidsomstandig- heden en CAO
Update rechtszaak FNV Spoor en VVMC tegen NS inzake ontslagvergoeding
Vrijdag 11 juni 2021
In de afgelopen periode zijn tussen NS en de vakbonden (FNV Spoor en VVMC) een aantal geschilpunten gerezen met betrekking tot de uitvoering van de in het Sociaal Plan opgenomen pré-mobiliteitsregeling alsmede de afspraken die partijen in het kader van de nieuwe cao met elkaar hebben gemaakt.
Het gaat, kort gezegd, om de volgende geschilpunten:
- 1) Wat wordt verstaan onder ‘de wettelijke transitievergoeding zoals geldend op 1 juli 2015‘ zoals opgenomen in artikel 4 sub a onder v van hoofdstuk 11 van de cao? De vakbonden menen dat deze bepaling dusdanig dient te worden uitgelegd dat hiermee tevens wordt bedoeld de regeling zoals neergelegd in het inmiddels vervallen art. 7: 673a BW. NS is van oordeel dat art. 7: 673a BW sinds 1 april 2020 niet meer van toepassing is;
- 2) Wat wordt verstaan onder ‘sociale uitkeringen’ in artikel 4 sub c onder ii van de cao? De vakbonden menen dat onder sociale uitkeringen niet tevens de PAWW-uitkering valt; NS is van mening dat de PAWW-uitkering wel als sociale uitkering in de zin van artikel 4 dient te worden aangemerkt en dus in mindering mag worden gebracht op de ontslaguitkering;
- 3) Wat is de betekenis van artikel 26 lid 6 van de cao? Volgens de vakbonden houdt artikel 26 lid 6 van de cao in dat na ontslag de pensioenopbouw wordt gecontinueerd terwijl de premie voor rekening van NS blijft. NS stelt zich op het standpunt dat zij niet gehouden is om na ontslag nog premie te betalen voor een voortzetting van pensioen, omdat artikel 3.5 en 12.7 in het (oude) pensioenreglement inmiddels (na overleg en instemming van onder meer FNV en VVMC) zijn komen te vervallen.
De afgelopen weken hebben de advocaten een uitgebreide juridische beoordeling gemaakt van de mogelijkheden voor een juridische procedure. Na een grondige analyse van de situatie zien zij voldoende aanleiding om de geschilpunten aan de rechter voor te leggen. Wel schatten onze advocaten in dat deze rechtszaak lang kan duren. Daarom hebben onze advocaten vooruitlopend op de gerechtelijke procedure aan NS voorgesteld of NS wil meewerken bovenstaande gezamenlijk aan een kantonrechter naar keuze voor te leggen, (zoals bedoeld in art. 96 Rv). Deze procedure biedt de mogelijkheid om op relatief korte termijn een uitspraak te verkrijgen. Maar kan ook nog wel meerdere maanden duren.
FNV en VVMC vinden het van groot belang voor onze leden dat er zo snel mogelijk duidelijkheid wordt verkregen omtrent de bovengenoemde geschilpunten. De bestaande onduidelijkheid over de interpretatie van de bepalingen in het Sociaal Plan en de betekenis van art. 26 lid 6 van de cao veroorzaakt problemen in de uitvoering van de prémobiliteitsregeling van het Sociaal Plan. Ook voor de toekomst is van belang dat NS op juiste wijze uitvoering geeft aan collectief gemaakte afspraken.
De vakbonden hebben daarom al eerder voorgesteld aan NS om óf een voorbehoud op te nemen wat betreft de finale kwijting clausule in de vaststellingsovereenkomst óf de periode waarin de premobiliteitsfase geldt te verlengen, zodat de leden niet de dupe worden van de bestaande onduidelijkheid omtrent de uitleg van bepalingen in het Sociaal Plan en de cao. NS heeft tot nu toe laten weten hiertoe niet bereid te zijn. Vooralsnog verwijst NS naar de vrijwillige mogelijkheid van werknemers om met NS een vaststellingsovereenkomst aan te gaan. Wat ons betreft miskent NS hiermee dat de vaststellingsovereenkomst een uitwerking is van de bepalingen in het Sociaal Plan dat NS met de vakbonden is overeengekomen. De vakbonden menen dan ook dat NS in strijd handelt met het goed werkgeverschap door van werknemers te verlangen akkoord te gaan met een vaststellingsovereenkomst met finale kwijting terwijl tussen partijen verschil van mening bestaat over de uitleg van verschillende bepalingen in het Sociaal Plan en de cao.
Wij hebben NS verzocht om uiterlijk 14 juni a.s. te reageren. Indien NS niet reageert of ons voorstel afwijst zullen wij de gerechtelijke procedure opstarten.
Het is NS die de onzekerheid in stand houdt
Wij beseffen ons dat alles lang duurt, maar vergeet niet, dat dit enkel en alleen de directie van NS te verwijten is. Zij houden telkens de boot af. Het schrijven van de dagvaarding dient zeer nauwkeurig te gebeuren. Gelukkig is dat onze advocaten wel toevertrouwd, maar juist dat kost ook tijd.
Zodra er nieuwe ontwikkelingen zijn, laten we dat weten.
Met vriendelijke groeten,
Namens FNV Spoor: Henri Janssen & Roos Rahimi
Namens de VVMC: Wim Eilert & Rob de Groot